Karten op Texel
Een orgineel buitencircuit van circa 500 meter, waar met 70 kilometer per uur geracet kan worden.
Om het echte Formule 1 gevoel over te brengen is dit outdoor circuit perfect geschikt (u weet dat karten het voorportaal is van deze sport) geen te krappe bochten die de snelheid afremmen of het bedompte opgesloten gevoel van een hal.
Het circuit biedt 10 bochten, waarvan een linkse hairpin, een recht stuk van ruim 100 meter, een van 70 meter, en een flauwe gecombineerde links, links, rechts bocht van 90 meter die ook vol gas genomen kan worden.
Kortom dit circuit werd door ervaren wedstrijdkarters betiteld als een snel circuit.
Race met tien karts een half uur lang tegen je vrienden of collega’s. Inclusief wedstrijd competitie.
(beschikbaar vanaf 10 personen).
Enkele rijtips voor u als u voor het eerst, of al eens meer gekart heeft.
Houdt uw mede rijders goed in de gaten, probeer niet anderen van de baan af te drukken of af te snijden want dan krijgt u een waarschuwing van de baanofficials, doordat u een ander in gevaar brengt, en dit niet is toegestaan.
Karten is eigenlijk een behendigheidssport. Wie daar in bedreven is, kan ver komen. Als u op de baan rijdt, moet u altijd verder vooruit kijken, dan waar u rijdt. Zo kunt u al van tevoren zien hoe u de bocht zou maken, of een mede karter te passeren.
De ideale lijn is de vloeiendste weg van start naar finish. Door die lijn te volgen houden we de meeste snelheid in de kart.
Door alleen maar vol gas te geven kan men nooit het baanrecord verbeteren, wanneer men te snel een bocht in gaat, wordt de kart door de wrijving van de banden afgeremd, en men raakt van de ideale lijn af, dan wanneer men op de juiste punten had afgeremd (gas teruggenomen).
Wanneer er meerdere karts op de baan rijden, kan men niet altijd op de ideale lijn blijven rijden.
Op een natte baan is het heel anders rijden dan op een droge baan.
De snelheid is dan minder belangrijk, men slipt sneller weg in de bochten, en de behendigheid zal hier nog meer gaan spelen (de ideale regenrijder) tegensturen met gas, zonder te spinnen (rond te draaien) in de bochten.
Veel te rijden en ook kijken hoe anderen het doen is vaak de beste leerschool om later tot goede topprestaties te komen.
Wanneer u voor het eerst kart, kunt u beter rustig aan beginnen, dan gelijk Michael Schumacher te verbeteren.
De kart luistert heel direct naar uw rijgedrag, let u even niet op of een stuurfoutje en een andere kart vliegt u voorbij.
Dat maakt het karten ook sensationeel, het ene moment rijdt u op kop en even later door b.v. een stuurfout moet u achteraan beginnen.
Ondanks dat het een gemotoriseerde sport is, moet de wedstrijdkarter naast een goede conditie ook een juiste zithouding hebben.
Dat is knieën en armen licht gebogen, goed passend, zelfs vastzittend in de kuip, en vooral ontspannen. De handen in de stand ‘tien voor twee’ aan het stuur, knieën niet al te hoog om de armen vrij te houden.
Bij het trainen zijn ook de onderlinge verhoudingen en ongeschreven regels geleerd. Zo heeft bij het ingaan van een bocht de man aan de binnenkant voorrang. Het is een ongeschreven wet dat de man die vooraan rijdt, zijn lijn stuurt zoals hij dat wil.
Slingeren of zigzaggen is verboden. Met andere woorden, wie achter hem rijdt, moet goed opletten. Laat de voorste man een gat vallen, dan heeft hij kans dat er iemand naast hem komt rijden en: halverwege zijn kart is hij al gelijk naast hem.
Men dient te beseffen dat ingehaald worden heel normaal is, vooral in de eerste wedstrijd. Het is voor belang om te proberen erbij te blijven dan te trachten enkele ronden op kop of voorin te rijden.
Na het vinden van de positie is het zaak om vooral ontspannen te gaan rijden.